De prijs van de vrijheid (2011)

Hoeveel vrijheid kunt U aan?

De prijs van de vrijheid gaat over onze moderne vrijheid. Veel moderne mensen zien hun persoonlijke vrijheid eerder als een last dan een lust. In tien heldere essays over grote moderne denkers over vrijheid laten de auteurs Joep Dohmen en Maarten van Buuren zien waar deze spanning vandaan komt. Ze vragen zich af wat vrijheid voor deze denkers betekende. Welke speelruimte zagen zij weggelegd voor de mens? Hoe stonden zij zelf in het leven? Welke deugden en waarden wogen voor hen het zwaarst? Bij alle auteurs staat de spanning tussen de individuele mens en de eisen van de samenleving centraal. Daarmee komen ze vaak heel dicht bij onze eigen beleving.

Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog richtte een leerling zich tot Sartre, in die periode leraar aan een middelbare school in Parijs. ‘Ik zit in een lastig parket’, zei de jongen. ‘Mijn broer is gesneuveld. Mijn vader collaboreert met de Duitsers. Hij heeft mijn moeder in de steek gelaten. Ik ben met haar achtergebleven. Ik wil proberen uit te wijken naar Engeland en me daar aan te sluiten bij het leger van de vrije Fransen onder De Gaulle. Maar dat betekent dat ik mijn moeder achter moet laten en ik weet niet of ze dat overleeft. Aan de andere kant: als ik niet naar Engeland vertrek, laat ik mijn kameraden het vuile werk opknappen en voel ik me een lafaard. Dit is mijn dilemma. Wat moet ik doen?’

‘Ik kan je niet zeggen wàt je moet doen, zei Sartre, ‘het enige wat ik je kan zeggen is dàt je iets moet doen. Kies wat je hart je ingeeft’. Sartre confronteerde de jongen met zijn vrijheid. Niemand kan de jongen voorschrijven welke keus hij moet maken. Hij moet zelf beslissen of hij zal vertrekken of thuis zal blijven. Vrijheid is een last. Je ontkomt er niet aan, zegt Sartre, om die op je te nemen en de verantwoordelijkheid voor je keuzes te aanvaarden. Alleen dan sta je waarachtig in het leven.

Veel mensen proberen onder deze last uit te komen. Als ze al beslissingen nemen, proberen ze de verantwoordelijkheid af te schuiven op anderen. ‘Ik heb dat gedaan’, zeggen ze’, ‘omdat het moest. Ik kon niet anders’. Mensen zijn vaak te kwader trouw, zegt Sartre. Ze accepteren hun vrijheid niet, gaan verantwoordelijkheden uit de weg. Ze staan onwaarachtig in het leven.

Aan het begin van de moderne tijd ontstaat de individualisering van het moderne leven. Het vroege protestantisme ontwikkelt de voorstelling van persoonlijke verlossing door zelfbeheersing, arbeid en devotie. In het verlengde daarvan ontstaat het beeld van het vrije, autonome individu. Het zichzelf regulerende individu wordt geacht de eigen koers uit te zetten binnen het kader van de regels en de instituties van de moderne samenleving. Vrijheid wordt het morele icoon van de westerse cultuur.

Montaigne was de eerste moderne Westerse denker. Hij zocht en vond een flexibele vorm voor zijn leven. La Rochefoucauld richtte zich bij het bepalen van zijn gedrag op het model van de ‘honnête homme’. Dostojevski kampte met het probleem van de vrijheid waarvoor hij werd gesteld door de dood van God. Zijn leven en werk zijn één wanhopige poging om dat probleem op te lossen. Friedrich Nietzsche hoonde het emancipatiestreven: “Vrij waarvan? Wat kan Zarathustra dat nou schelen? Vrij waartoe!” Hij laat zien hoe je een vrije geest kunt worden. Robert Musil heeft zijn leven lang vruchteloos geprobeerd om zich te bevrijden uit de belemmeringen van het vita activa en zijn geest via oefeningen van het vita contemplativa te openen voor de mystieke ervaring.

Jean-Paul Sartre trok de meest radicale consequentie uit de dood van God en de vrijheid die daarvan het gevolg was. Hij meende dat ieder mens absoluut vrij is. Michel Foucault zag zich als aartsvijand van het existentia­lis­me. Na God verklaarde hij ook de Mens dood. Subjectiviteit is grotendeels het gevolg van culturele en maatschappelijke invloeden. Pas op latere leeftijd maakte hij een wending naar de ethiek en pleitte voor een vrijheidspraktijk. Charles Taylor erkent dat vrijheid het meest dominante hypergood is van de westerse cultuur, maar is daar juist beducht voor. Wat wij authenticiteit noemen, is niet zelden plat egoïsme ten koste van verantwoordelijkheid en verbondenheid. Peter Bieri neemt in zijn Handwerk van de vrijheid de handschoen op tegen het modieuze determinisme van de brein- en gen-denkers. Het komt er juist op aan onze beperkte speelruimte op te zoeken en te benutten. Michel Houellebecq meent dat de moderne mens het slachtoffer is van de doorgeschoten individuali­sering; zijn leven en werk vormen een antwoord op het catastrofale gevolgen van het liberalisme.

Onze werkwijze: de essays bestaan uit vier delen. In het eerste deel geven we een introductie op het leven van de schrijver/denker, in het tweede plaatsen we de denker in het culturele en levensbeschouwelijke kader van zijn tijd; in het derde deel stellen we zijn belangrijkste werk of thematiek aan de orde vanuit het perspectief dat we uitwerken in deel vier: de ethische implicaties van leven en werk.

Het laatste ‘ethische’ deel is dus richting gevend en bepalend voor het gehele essay. De vraag naar de vrijheid staat daarin centraal. Zij vormt het perspectief van waaruit we de schrijvers en denkers bekijken. We schrijven ‘ethische’ met aanhalingstekens, omdat we daaronder niet een formeel systeem van morele principes en regels met betrekking tot menselijk handelen verstaan. We denken eerder aan de fundamentele kwesties die elke auteur met betrekking tot de heersende moraal en de morele systemen stelde, en de tastende antwoorden die de auteurs zelf gaven op de existentiële en morele vraagstukken waarmee zij werden geconfronteerd.

Het oeuvre van deze denkers vormt zelden een systematisch geheel en is zeker geen snelweg waarover de denker zijn levensdoel bereikte. De weg die men volgde, lijkt eerder op een verkenning door onontgonnen gebied. Het kan dan ook nauwelijks verbazing wekken dat hun antwoorden elkaar regelmatig tegenspreken. Datgene waarnaar we op zoek zijn bij elk van de auteurs kan misschien het best worden omschreven als hun houding of ‘levensstijl’. Alle denkers bezitten een eigen stijl waaraan hun leven en werk herkenbaar zijn. Hun oeuvre ontwikkelt zich doorgaans zonder dat de schrijver een vooropgezet plan volgt of duidelijk voor ogen heeft waar hij uit zal komen. Toch vertoont elke levensstijl, hoe tastend ook, een zekere consistentie en oriëntatie. Wat ons fascineert in de behandelde auteurs zijn de zoektocht zelf, hun aanzetten en ontwerpen, en uiteindelijk de oriëntatie van hun levensstijl.

Uiteindelijk kozen wij voor de titel De prijs van de vrijheid. Vrijheid is ontegenzeggelijk de meest kostbare verworvenheid van de moderne tijd. Tegelijkertijd moeten wij een hoge prijs voor deze vrijheid betalen. In dit spanningsveld voltrekt zich ons eigen huidige leven.