Interview over Bildung
Zonder Bildung geen zicht
Joep Dohmen nam de tijd om in te gaan op onze vragen over bildung. Joep is lector Bildung bij de Hogeschool voor Filosofie en emeritus hoogleraar wijsgerige en praktijkgerichte ethiek aan de Universiteit voor Humanistiek, Utrecht. Sinds de eerste gedachten over de zin van La Scuola ontstonden wandelt Joep met La Scuola mee. Wij voelen ons sterk met hem en zijn gedachtengoed verwant en zijn hem erkentelijk voor zijn vele boeken over de kunst van het leven in filosofische zin.
Wat is voor jou de waarde van bildung?
Bildung is heel erg belangrijk, voor mezelf maar in mijn ogen voor iedereen. Laten we jongeren even als doelgroep nemen. Ze hebben het vandaag niet makkelijk. Bekijk de zaak maar eens vanuit hun leefwereld. Met leefwereld bedoel ik het alledaagse doen en laten dat voor het merendeel van de jongeren bestaat uit bezigheden thuis, op school en in de vrije tijd. De leefwereld kan opgevat worden als een aaneenschakeling van gedragingen, gedachten, gevoelens, waarderingen en belangstelling. De laatste decennia is de diversiteit en complexiteit van de leefwereld van jongeren enorm toegenomen. De kansen zijn toegenomen maar ook de risico’s en de aard van de risico’s. De meest dominante ontwikkeling is die van de individualisering en actorschap. Voor jongeren van nu betekent deze ontwikkeling dat ze voortdurend op hun eigen verantwoordelijkheid worden aangesproken, eigen keuzes moeten maken en tal van mogelijkheden tegen elkaar af moeten wegen. De vraag is natuurlijk: hoe doen ze dat? Kunnen ze dat? Voor veel jongeren dreigt regelmatig een ‘biografische ineenstorting’: ze zijn niet meer opgewassen tegen de levensdruk. Wij moeten jongeren helpen bij hun mondig worden, en heel concreet betekent dat hen helpen bij de invulling van hun negatieve vrijheid: hoe kun je goede vormen van inmenging onderscheiden van foute. We moeten ook hun positieve vrijheid bevorderen. Dat betekent hen helpen om te leren reflecteren, na te denken over wat ze echt belangrijk vinden, te oefenen in goede gewoontes, moreel en niet moreel. Ze moeten leren omgaan met tijd, met anderen, met tegenslag, noem maar op. Dat is precies de taak van de Bildung als niet-paternalistische vormingsleer. Zonder Bildung hebben jongeren geen zicht op hun persoonlijke en maatschappelijke speelruimte en komen ze vrij zeker niet tot moreel actorschap.
In hoeverre zijn bildung en de filosofie van de levenskunst hetzelfde?
Ik zie zelf Bildung, filosofie en levenskunst als identiek. Als ik dat zeg doe ik dat wel vanuit een zekere kennis van de geschiedenis van de filosofie. Er valt veel voor te zeggen voor de stelling dat filosofie al van meet af aan, dus al bij de oude Grieken en Romeinen meteen praktische filosofie was, gericht op de bevordering van het goede leven. Je kunt de Academie van Plato, het Lyceum van Aristoteles, de tuin van Epicurus en de Stoa zonder meer als vier levensscholen zien, zij het met steeds verschil in context, methode en doel. De invulling van de klassieke paideia en de moderne Bildung is natuurlijk heel verschillend, maar de inzet: de verbetering van de mens, is dezelfde. Ik deel Foucaults opvatting dat het gaat om zelfzorg, en neig ernaar om Bildung op te vatten als begeleide zelfvorming. Jongeren zijn nog niet helemaal toe aan de zelfzorg, vandaar die begeleiding. Maar voor ouderen geldt zeker die identificatie van filosofie als levenskunst en Bildung als zelfzorg. Ouderen moeten zichzelf onder handen nemen en zich steeds opnieuw verhouden tot wat de samenleving van senioren vraagt. Ik werk aan een boek Het leven als reis, dat voor een groot deel gaat over hoe moderne volwassenen de richting van hun leven kunnen meebepalen zonder daarbij in grootheidswaan te vervallen.
Is bildung niet een begrip uit de oude doos dat afgestoft wordt in een tijd van rendementsdenken en onzekerheid, een zoveelste reddingsboei?
Tot mijn grote teleurstelling is dat wel de mening van onze denkster des vaderlands Marli Huijer. In Trouw van dit najaar serveerde ze het actuele Bildungsproject af met de bekende ‘linkse’ riedel dat het ouderwets, elitair en depolitiserend zou werken. Nu moet je weten dat er momentele heel veel initiatieven lopen rondom Bildung en dat er zelfs een Bildungacademie is opgericht in Amsterdam, nota bene door studenten zelf en vooral vanuit een politiek standpunt. Met een beetje goede wil was Huijer even langsgegaan en had ze meteen ingezien dat haar verhaal borrelpraat is. Ze besluit haar artikel: “In plaats van de weerzin tegen het rendementsdenken te smoren in Oudgriekse idealen en praktijken, kunnen we er beter op vertrouwen dat jongeren prima in staat zijn de bestaande cultuur politiek te vernieuwen en te veranderen.” Daar gaan we weer dacht ik, wat een jammerlijk cliché is dat toch. Denkt Huijer nou werkelijk dat deze jongeren oudgriekse idealen nastreven? En hoe kan iemand die zelf over levenskunst, tijd en discipline, allemaal Bildungsonderwerpen schrijft, zo gemak-zuchtig beweren dat die jongeren dat zelf wel even zullen regelen. Dat kunnen ze nu net niet, daarvoor is het moderne leven te moeilijk en precies daarom richtten ze dus een Bildungsacademie op, om begeleid breed gevormd te worden.
Bildung wordt met name in het hoger onderwijs ingezet als strijdmiddel tegen het rendementsdenken. Hoeveel kansen heeft het als het in een machtsspel terecht komt?
Vandaag klinkt de roep om Bildung nog als muziek, maar inderdaad, de slag om de Bildung is dus al ontbrandt. Nog lopen we eendrachtig achter de fanfare aan, maar voor we een paar maanden verder zijn, zullen de wegen nog verder uiteengaan. Ik vermoed dat een aantal aanhangers van de pogingen om de Bildung te hernieuwen hun verschillende verlangens op dit aloude ideaal projecteren en teleurgesteld zullen raken als andere invullingen de voorrang krijgen. Gezien de geruchtmakende geschiedenis van het fenomeen Bildung kan dat geen verwondering wekken en het hoeft ook helemaal niet erg te zijn, maar kan wel de slagkracht beïnvloeden en onze gemeenschappelijke tegenstanders: de conservatieven, de burgerschaps-denkers, de technocraten, de PISA- aanhangers met hun rendementsdenken de gelegenheid geven om zich te hergroeperen. Ik hoor ze al zeggen: ‘zie je wel, dat heb je met die goedwillende idealisten, die weten zelf amper waar het over gaat als ze het hebben over Bildung.’ Maar zolang de minister er wat in ziet en het onderwijsproject 2032 aan de persoonsvorming groot belang hecht, is er hoop, veel hoop.
Waarom zouden volwassenen zich met bildung bezig moeten houden?
Elk mens moet aan zelfzorg doen, omdat hij of zij anders geleefd wordt. En dat betekent nadenken over de weg die je zelf met anderen wilt gaan, wat je van belang vindt, welke bijdrage je wilt leveren aan de samenleving. Ach, dat weet toch iedereen, al onze gesprekken gaan toch over wat er goed en fout gaat in onze samenleving, wat we eraan kunnen doen en wat we er zelf aan moeten doen. En het pathos van de jaren 60: bemoei je niet met mij, ligt al lang achter ons. We zijn met elkaar in de slag over geluk en rechtvaardigheid en wat we van elkaar kunnen verwachten. Een elke zelfverwerkelijking kost zoals het woord al zegt, moeite en werk.
En als ik nou tevreden ben met mijn leven?
Prima, dan kun je ons waarschijnlijk laten zien waarom. En als het klopt zullen wij graag applaudisseren. Er zijn maar weinig mensen die met een mislukte taart voor hun neus zullen durven zeggen: ‘kijk mij nu eens een goede kok zijn…’ Wij leven niet in een tijd van zelfvoldane mensen, integendeel, tevredenheid is haast een nieuw moreel ideaal.
Wat moet er tot slot nog over dit onderwerp gezegd worden wat je nog niet eerder hebt gezegd en waarvoor je nu de kans krijgt?
Ik hoop dat mijn boek over vorming gaat lukken. Ik ben een eind op streek en het ziet er veelbelovend uit. Komende zomer moet het verschijnen…
Dank je Joep.
Interview door La Scuola 2018