Senior (FNV) 3, 2018 Leven in het hier en nu

Joep Dohmen

‘Zomertijd, dan is het leven makkelijk. De vissen springen en het katoen staat hoog. Pappa is rijk en mamma ziet er goed uit. Dus vooruit kleintje, huil maar niet.’

Toen ik jaar of 12 was, vroeg ik mijn vader of we eindelijk samen op vakantie zouden gaan, maar hij had geen zin. Een jaar later vroeg ik het hem opnieuw, maar hij had alweer geen zin. Toen ben ik ermee opgehouden het hem te vragen. Pas veel later kwam ik erachter waarom hij niet wilde. Het had niets met geld te maken, maar mijn vader stond er helemaal niet open voor. Hij had in het concentratiekamp gezeten en leefde nog steeds in het verleden. Hij kon blijkbaar niet begrijpen hoe belangrijk het is om als vader samen met je kinderen op vakantie te gaan.

Zelf heb ik door mijn werk erg geleden aan het omgekeerde: in de toekomst leven. In de filosofenwereld gaat het om je volgende boek. Als je een paar jaar niets hebt geproduceerd, tel je niet meer mee. Elke filosoof hoopt dat zijn volgende boek al zijn eerdere boeken overtreft. En in het diepst van zijn gedachten droomt hij er zelfs van dat het alle andere boeken overbodig maakt. Dan pas vindt hij eindelijk rust, denkt hij. Wij filosofen zijn vaak onuitstaanbare wezens, want we zijn helemaal niet bezig met het alledaagse leven. We leven met het oog op de toekomst en zijn eigenlijk gewoon afwezig.  

‘Je moet leven in het hier en nu’. Dat is les 1 van de levenskunst, maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Veel mensen leven noodgedwongen in het verleden: ze zijn getraumatiseerd, hebben in het kamp gezeten of zijn in hun jeugd mishandeld of misbruikt. Zij kunnen niet in het hier en nu leven omdat voor hen de wond van het verleden niet kan en mag dichtgaan. Maar ook mensen die ooit heel erg gelukkig waren, bijvoorbeeld toen hun partner of kind nog leefde, kunnen niet leven in het hier en nu. Het geluk van toen kan en mag nooit vergeten worden. Heel veel moderne mensen zijn net zo dom als de filosofen en leven puur met het oog op later, op de toekomst. Straks, daar, als ik genoeg verdiend heb, als ik een gezin heb, als de kinderen de deur uit zijn, als ik het gemaakt heb, als ik met pensioen ga. Dan pas zal ik echt gelukkig zijn en een zinvol leven leiden. Wat is de moraal van dit verhaal? Niet dat verleden en toekomst niet meetellen, want je eigen geschiedenis en je eigen toekomst zijn juist heel belangrijk. Elk mens leeft immers vanuit zijn verleden in het heden naar de toekomst. Terugblikken en vooruitkijken zijn allebei belangrijk om te weten wie je geweest bent en wie je wilt worden. Maar het gaat fout als een van beide het heden gaat domineren. Je moet op tijd onthechten en je moet ook op tijd opnieuw hechten. De moraal is dat je de luiken op tijd moet dichtdoen. Dit was het en dat wordt het. In die tussenruimte sta je open voor de dingen en voor de mensen, je leeft werkelijk hier en nu.